HR, 01-12-2006, nr. R06/092HR

Documentgegevens:

HR 01-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ1500

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 1 december 2006
Magistraten: Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en W.D.H. Asser
Zaaknummer: R06/092HR
Conclusie: A-G L. Strikwerda
LJN: AZ1500
Vakgebied(en): Materieel strafrecht (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2006:AZ1500, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ1500, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑07‑2006
Wetingang: Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 3; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 12; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 13

Essentie

Internationale kinderontvoeringszaak; ongeoorloofde achterhouding van een minderjarig kind nadat het met zijn ouders voor een tijdelijk verblijf uit Australië naar in Nederland was gekomen, bevel aan de moeder tot terugbrenging c.q. tot afgifte voor terugkeer; restrictieve toepassing van weigeringsgrond van art. 13 lid 1, aanhef en onder b, HKOV; ‘gewone verblijfplaats’ en ‘ongeoorloofd’ in art. 3 lid 1 HKOV; heeft de man uitdrukkelijk of impliciet ingestemd met de achterhouding en een definitief verblijf van het kind in Nederland dan wel ‘berust’ als bedoeld in de weigeringsgrond van art. 13 lid 1, aanhef en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.