NJ 2007, 539
HR, 24-11-2006, nr. C05/227HR
HR 24-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7929, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 november 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/227HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AY7929
- JCDI
JCDI:ADS125879:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY7929, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY7929, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑07‑2005
- Wetingang
Rv art. 24, 612; BW art. 6:101, 162
Essentie
Ontvankelijkheid beroep; gebrek aan belang. Grenzen rechtsstrijd; verboden aanvulling grondslag verweer; hoor en wederhoor. Schadestaatprocedure en eigen schuld-verweer.
Nu het cassatieberoep zich beperkt tot een geschilbeslissing tussen thans eiseres tot cassatie en thans verweerder in cassatie sub 2 waaruit geen rechten of verplichtingen van of jegens verweerder in cassatie sub 1 voortvloeien, heeft eiseres geen belang bij haar beroep voorzover dat is gericht tegen verweerder sub 1. Het hof is buiten de grenzen van de rechtsstrijd van partijen getreden door het beroep van eiseres op eigen schuld van verweerder te verwerpen op een niet door deze aangevoerde grondslag; ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.