NJ 2007, 540
HR, 24-11-2006, nr. C05/197HR
HR 24-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7922, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 november 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C05/197HR
- Conclusie
A-G Wesseling van Gent
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AY7922
- JCDI
JCDI:ADS125888:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY7922, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY7922, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑07‑2005
- Wetingang
Essentie
Derdenbeslag. Afdracht door derde-beslagene overeenkomstig door hem afgelegde, later onjuist gebleken verklaring: onverschuldigde betaling?
De enkele omstandigheid dat een derde-beslagene op de voet van de art. 476a en 476b Rv heeft verklaard dat hij een bedrag aan de geëxecuteerde schuldig is, rechtvaardigt niet dat de derde-beslagene verplicht is om hetgeen hij volgens zijn verklaring aan de geëxecuteerde schuldig is, te voldoen aan de met de executie belaste deurwaarder. Daarom kan niet als juist worden aanvaard dat uit het bepaalde bij art. 477 Rv voortvloeit dat een derde-beslagene verplicht is om hetgeen hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.