NJ 2008, 537
HR, 10-11-2006, nr. R05/041HR
HR 10-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY5698, m.nt. Th.M. de Boer
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 november 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/041HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
Th.M. de Boer
- LJN
AY5698
- JCDI
JCDI:ADS154735:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Juridische beroepen / Rechter
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY5698, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑11‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AY5698, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑07‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑03‑2005
- Wetingang
EVRM art. 8; Wet conclictenrecht afstamming art. 4; Wet conflictenrecht huwelijk art. 5; RO art. 79; BW art. 1:204
Essentie
Internationaal privaatrecht. Erkenning rechtsgeldigheid van in Marokko gesloten ‘Toeboet Zaouija’-huwelijk; kwalificatie. Erkenning kind; (vervangende) toestemming moeder; art. 4 Wet conflictenrecht afstamming; strekking. Vereiste van verwekkerschap. EVRM; family life.
De door het middel aangevoerde stellingen dat het tussen de man en de moeder van het kind in Marokko gesloten ‘Toeboet Zaouija’-huwelijk slechts ten doel heeft familierechtelijke betrekkingen tussen vader en kind te doen ontstaan en daarom niet een huwelijk in de zin van art. 5 Wet conflictenrecht huwelijk is, kunnen niet worden onderzocht zonder daarbij de inhoud van het Marokkaanse recht inzake die huwelijksvorm ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.