NJ 2008, 3
HR, 27-10-2006, nr. C05/156HR (1438)
HR 27-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY8277, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/156HR (1438)
- Conclusie
A-G Huydecoper
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
AY8277
- JCDI
JCDI:ADS154736:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY8277, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY8277, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2005
- Wetingang
Onteigeningswet art. 40
Essentie
Onteigening. Bijkomend schadebeperkend aanbod anders dan in geld; taak rechter.
De regel dat de onteigende er recht op heeft dat de werkelijke waarde van het onteigende als hoofdelement van de schadeloosstelling hem onverkort in geld wordt vergoed, zodat hij zelf de vrijheid heeft te beslissen waartoe hij die schadeloosstelling zal aanwenden, is ook van toepassing in een geval als het onderhavige, waarin wordt aangeboden het onteigende terug te leveren onder voorbehoud van een recht van opstal. Het is niet aan de rechtbank om dat aanbod namens de onteigende te accepteren.
Samenvatting
Het gaat in deze zaak om de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.