NJ 2008, 529
HR, 13-10-2006, nr. C04/286HR: Actuarissen/Vie d’Or
HR 13-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW2082, m.nt. C.C. van Dam (Actuarissen/Vie d’Or)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C04/286HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- Noot
C.C. van Dam
- LJN
AW2082
- Roepnaam
Actuarissen/Vie d’Or
- JCDI
JCDI:ADS161010:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht (V)
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW2082, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW2082, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑08‑2004
- Wetingang
BW art. 3:305a, 6:96, 162
Essentie
Faillissement levensverzekeringsmaatschappij (Vie d'Or). Aansprakelijkheid actuaris jegens polishouders uit onrechtmatige daad; maatstaf; betekenis oordeel tuchtrechter. Collectieve actie op voet art. 3:305a BW: reikwijdte; kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid verhaalbaar? Tuchtrechtelijke procedure redelijke maatregel ter vaststelling aansprakelijkheid?
Ter beantwoording van de vraag of de actuaris onrechtmatig heeft gehandeld en deswege aansprakelijk kan zijn voor de individuele vermogensschade die de polishouders hebben geleden door de insolventie van Vie d'Or, moet worden onderzocht wat van hem als redelijk handelende en redelijk bekwame onafhankelijke certificerende actuaris moest worden gevergd in het kader van een zorgvuldige uitoefening van zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.