NJ 2007, 257:Wet Bopz. Geneeskundige verklaring vereist voor machtiging voortgezet verblijf. Machtiging tot voortgezet verblijf na verstrijken geldigheidsduur lopende machtiging?

NJ 2007, 257

Wet Bopz. Geneeskundige verklaring vereist voor machtiging voortgezet verblijf. Machtiging tot voortgezet verblijf na verstrijken geldigheidsduur lopende machtiging?

Documentgegevens:

HR 06-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY6205

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 6 oktober 2006
Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, F.B. Bakels
Zaaknummer: R06/081HR
Conclusie: A-G Langemeijer
LJN: AY6205
Vakgebied(en): Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2006:AY6205, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY6205, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2006
Wetingang: BOPZ art. 14a; BOPZ art. 16; BOPZ art. 17; BOPZ art. 48; BOPZ art. 54

Essentie

Nu de officier van justitie een geneeskundige verklaring heeft overgelegd die is vereist voor het verlenen van een voorwaardelijke machtiging en de rechtbank niet heeft vastgesteld dat de verklaring ook gegevens bevat die de rechter nodig heeft voor het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf, had de rechter niet op basis van deze geneeskundige verklaring de subsidiair verzochte machtiging tot voortgezet verblijf mogen verlenen.

Ingeval betrokkene nog in het psychiatrisch ziekenhuis verblijft, kan de rechtbank ook wanneer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.