NJ 2008, 165
HR, 28-04-2006, nr. C05/027HR
HR 28-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV8719, m.nt. Jac. Hijma
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 april 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C05/027HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
Jac. Hijma
- LJN
AV8719
- JCDI
JCDI:ADS126017:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Goederenrecht / Gemeenschap
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV8719, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑04‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV8719, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑04‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑01‑2005
- Wetingang
BW art. 3:196, 6:228
Essentie
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap: vernietigbaarheid verdeling wegens dwaling omtrent waarde op voet art. 3:196 BW; vereisten; geen overeenkomstige toepassing algemene regeling inzake dwaling.
Het hof heeft miskend dat voor de door de vrouw nagestreefde vernietiging van de verdeling op grond van art. 3:196 BW niet is vereist dat is voldaan aan de voorwaarde van art. 6:228 lid 1 onder b BW. Bepalend voor de vernietiging van een verdeling op grond van art. 3:196 BW is slechts of de partij die vernietiging nastreeft, toen zij instemde met de verdeling van de gemeenschap heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.