NJ 2008, 186
HR, 16-12-2005, nr. C04/276HR: Pruisken/Organice
HR 16-12-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU6089, m.nt. J.B.M Vranken (Pruisken/Organice)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 december 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, R. Herrmann, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C04/276HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- Noot
J.B.M Vranken
- LJN
AU6089
- Roepnaam
Pruisken/Organice
- JCDI
JCDI:ADS154802:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU6089, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU6089, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑12‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑09‑2004
- Wetingang
BW art. 1:397, 6:108
Essentie
Schadevergoeding bij overlijden. Schade door derven levensonderhoud; kring gerechtigden: in gezinsverband samenwonenden; maatstaf: behoeften in de betekenis van art. 1:397 lid 1 BW. Schade doordat op andere wijze in gang van huishouding moet worden voorzien: maatstaf; abstracte schadeberekening? Begrafeniskosten.
Tussen de nabestaanden bedoeld in art. 6:108 lid 1 BW onder a en b enerzijds en die onder c anderzijds moet geen onderscheid worden gemaakt voor de vraag of zij aanspraak hebben op schadevergoeding wegens als gevolg van het overlijden van hun partner gederfd levensonderhoud; in alle gevallen gaat het om de vraag naar de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.