NJ 2008, 41
HR, 28-01-2005, nr. C03/284HR: Van Vulpen/Debetz
HR 28-01-2005, ECLI:NL:HR:2005:AR4481, m.nt. Jac. Hijma (Van Vulpen/Debetz)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 januari 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/284HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- Noot
Jac. Hijma
- LJN
AR4481
- Roepnaam
Van Vulpen/Debetz
- JCDI
JCDI:ADS59159:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AR4481, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AR4481, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑01‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑10‑2003
- Wetingang
BW art. 7:411, 413
Essentie
Opdracht. Exclusiviteitsbepalingen NVM-voorwaarden: strijdigheid met dwingende bepaling art. 7:411 BW; recht op courtage bij beëindiging opdracht door opdrachtgever.
Onder het in art. 7:411 BW bedoelde loonbegrip valt mede de courtage die een makelaar bedongen heeft voor het geval van overtreding door de opdrachtgever van exclusiviteitsbepalingen als opgenomen in de voorwaarden van de NVM. Op basis van zo'n beding zal een makelaar derhalve, in het geval de overeenkomst eindigt voordat de opdracht volbracht is, jegens een opdrachtgever als in art. 7:413 lid 2 BW aangewezen, geen recht op courtage kunnen doen gelden voorzover ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.