RFR 2004, 2
Alimentatie. Familieprocesrecht. Mocht het hof de alimentatie ambtshalve limiteren?
HR 04-06-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO6930
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 juni 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, P.C. Kop; A-G L.A.D. Keus
- Zaaknummer
R03/078HR
- LJN
AO6930
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO6930, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑06‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO6930, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2004
- Wetingang
BW art. 1:157; BW art. 401 leden 1 en 2
Essentie
Mocht het hof de alimentatie ambtshalve limiteren?
Samenvatting
Het hof heeft de alimentatie verlaagd en met ingang van 1 juli 2003 op nihil gesteld. Daarbij heeft het hof bepaald dat de verplichting van de man om aan de vrouw alimentatie te verstrekken eindigt op 1 juli 2003 en dat verlenging van deze termijn na ommekomst daarvan niet mogelijk is. De man heeft niet om limitering verzocht.
HR: Het hof heeft ten onrechte ambtshalve gelimiteerd. Bovendien is de rechter niet bevoegd te bepalen dat een op de voet van art. 1:157 lid 3 BW vastgestelde termijn niet vatbaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.