JOL 2003, 250
Borgtochtovereenkomst; volmacht tot invordering regresvordering; uitleg.
HR 25-04-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3802
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 april 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C01/282HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AF3802
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF3802, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF3802, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑04‑2003
Essentie
Borgtochtovereenkomst; volmacht tot invordering regresvordering; uitleg.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen 's Hofs oordeel dat de in de tussen de bank en de borg gesloten borgtochtovereenkomst opgenomen volmacht aan de bank tot invordering van de regresvordering van de borg op de schuldenaar niet inhoudt dat de borg de bank de bevoegdheid heeft toegekend om de regresvordering op eigen naam tegen de schuldenaar in te stellen.
Partij(en)
Internationale-Nederlanden BANK N.V., te Amsterdam, eiseres tot cassatie, adv. mr. E. van Staden ten Brink,
tegen
[verweerder], te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv. mr. R.M. Hermans.