JOL 2003, 213
Pensioenverevening; reparatiehuwelijk; art. 1:166 BW.
HR 11-04-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF2685
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 april 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R01/105HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AF2685
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF2685, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑04‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF2685, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2003
Essentie
Pensioenverevening; reparatiehuwelijk; art. 1:166 BW.
Art. 1:166 BW dient, ook voor de toepassing van de WVP, aldus te worden uitgelegd dat indien de gescheiden echtgenoten met elkaar hertrouwen, alle gevolgen van het eerdere huwelijk van rechtswege herleven, hetgeen dan meebrengt dat bij de vaststelling van het voor pensioenverevening in aanmerking komende pensioen rekening behoort te worden gehouden met de periode van het eerste huwelijk dat — anders dan het tweede huwelijk — vóór de inwerkingtreding van de WVP is ontbonden.
Partij(en)
[De man], te [woonplaats], verzoeker tot cassatie, adv. aanvankelijk mr. A.R. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.