JOL 2003, 183
Gezag na uiteengaan ongehuwde ouders.
HR 28-03-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF2688
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 maart 2003
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R02/060HR
- Conclusie
i.b.d. A-G Moltmaker
- LJN
AF2688
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF2688, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑03‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF2688, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑2003
Essentie
Gezag na uiteengaan ongehuwde ouders.
Na hun uiteengaan duurt het gezamenlijk gezag van ongehuwde ouders over hun kind, evenals het gezamenlijk gezag na echtscheiding, in beginsel voort. Het enkele feit dat een van de ouders zulks wenst, is onvoldoende grond om te bepalen dat het gezag over een kind aan een van de ouders alleen toekomt; een beslissing in deze zin is slechts dan gerechtvaardigd indien de rechter na onderzoek tot het oordeel komt dat deze in het belang van het kind is.
Partij(en)
[De moeder], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv. mr. S. Sierksma,
tegen
[De vader], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.