JOL 2003, 61
Verhouding Nederlandse beginsel formele rechtskracht en het Europese gemeenschapsrecht. Omzetbelasting geheven in strijd met gemeenschapsrecht: nationale regeling inzake terugvordering in strijd gemeenschapsrecht?: gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel; beroepstermijnen. Formele rechtskracht heffing; uitzondering op beginsel formele rechtskracht? Rechtsfiguur van formele rechtskracht niet in strijd met gemeenschapsrecht.
HR 24-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3254
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C01/322HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AF3254
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF3254, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑01‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF3254, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2003
Essentie
Verhouding Nederlandse beginsel formele rechtskracht en het Europese gemeenschapsrecht. Omzetbelasting geheven in strijd met gemeenschapsrecht: nationale regeling inzake terugvordering in strijd gemeenschapsrecht?: gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel; beroepstermijnen. Formele rechtskracht heffing; uitzondering op beginsel formele rechtskracht? Rechtsfiguur van formele rechtskracht niet in strijd met gemeenschapsrecht.
Nu de op aangifte voldane bedragen aan omzetbelasting wegens het niet tijdig gebruik maken van de daartegen openstaande bestuursrechtelijke rechtsgang wat de heffing betreft onherroepelijk vaststaan, kan de Staat in beginsel een beroep doen op het in de rechtspraak ontwikkelde beginsel van de formele rechtskracht. De aan dit beginsel verbonden bezwaren kunnen evenwel door bijkomende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.