NJ 2005, 139
Vrijwaringszaak; verhouding tot hoofdzaak. Proceskosten.
HR 13-12-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE9244
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 december 2002
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/127HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AE9244
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE9244, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑12‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE9244, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2002
- Wetingang
Essentie
Vrijwaringszaak; verhouding tot hoofdzaak. Proceskosten.
De hoofdzaak en de vrijwaringszaak vormen twee zelfstandige procedures; de hoofdzaak speelt tussen andere procespartijen dan de vrijwaringsprocedure; hetgeen in de hoofdzaak vaststaat kan derhalve niet zonder meer in de vrijwaringszaak als vaststaand worden aangenomen. Een in een vrijwaringsprocedure uitgesproken veroordeling in de kosten van de hoofdzaak is niet mogelijk.
Samenvatting
In dit geding spreekt thans eiser tot cassatie thans verweerster (een verzekeringsmaatschappij) aan tot vrijwaring, nadat hij in de hoofdzaak bij onherroepelijk vonnis is veroordeeld tot betaling aan de Stichting Waarborgfonds Motorverkeer van het bedrag dat laatstgenoemde aan derden heeft uitgekeerd in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.