JOL 2002, 684
Vrijwaringszaak; verhouding tot hoofdzaak. Proceskosten.
HR 13-12-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE9244
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 december 2002
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/127HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AE9244
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE9244, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑12‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE9244, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2002
Essentie
Vrijwaringszaak; verhouding tot hoofdzaak. Proceskosten.
De hoofdzaak en de vrijwaringszaak vormen twee zelfstandige procedures; de hoofdzaak speelt tussen andere procespartijen dan de vrijwaringsprocedure; hetgeen in de hoofdzaak vaststaat kan derhalve niet zonder meer in de vrijwaringszaak als vaststaand worden aangenomen. Een in een vrijwaringsprocedure uitgesproken veroordeling in de kosten van de hoofdzaak is niet mogelijk.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. M.A. Leijten,
tegen
De rechtspersoon naar Zwitsers recht Winterthur Zwitserse Verzekeringsmaatschappij, tevens handelende onder de naam Winterthur Schadeverzekeringmaatschappij, te Amsterdam, verweerster in cassatie, adv. mr. E. van Staden ten Brink.