JOL 2002, 626
Getuigenverklaring partij; bewijskracht. Grenzen rechtsstrijd.
HR 22-11-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE8178
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 2002
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C01/038HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AE8178
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE8178, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE8178, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2002
Essentie
Getuigenverklaring partij; bewijskracht. Grenzen rechtsstrijd.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen 's Hofs oordeel dat uitgangspunt moet zijn dat hetgeen een partij als partijgetuige heeft verklaard geen bewijs te haren voordele kan opleveren indien geen aanvullende bewijzen voorhanden zijn die zodanig sterk zijn en zodanige essentiële punten betreffen dat zij de partijverklaring voldoende geloofwaardig maken. Het Hof is buiten de grenzen van de rechtsstrijd van partijen getreden nu, anders dan het Hof heeft overwogen, thans verweerster in cassatie het beroep op eigen schuld aan de zijde van eiser tot cassatie niet mede heeft gegrond op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.