JOL 2002, 568
Concurrentiebeding; gelding na wijziging arbeidsverhouding.
HR 25-10-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE9260
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 oktober 2002
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C01/069HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AE9260
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE9260, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE9260, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑10‑2002
Essentie
Concurrentiebeding; gelding na wijziging arbeidsverhouding.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen het oordeel van de Rechtbank dat als gevolg van de functiewijzigingen van de werknemer die tijdens de duur van de dienstbetrekking zijn opgetreden, de arbeidsverhouding tussen partijen zodanig ingrijpend is gewijzigd dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken, zodat hernieuwde schriftelijke vastlegging en ondertekening nodig zou zijn geweest om te bewerkstelligen dat het beding zijn gelding bleef behouden.
Partij(en)
[Firma A] N.V., te [vestigingsplaats], eiseres tot cassatie, adv. mr. R.A.A. Duk,
tegen
[Verweerder], te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv. mr. T.H. Tanja-van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.