JOL 2002, 315
Arbeidsongeval; vordering tot schadevergoeding; verjaring; bekendheid met materiële en immateriële schade.
HR 31-05-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE3433
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 mei 2002
- Magistraten
P. Neleman, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
C00/200HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AE3433
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE3433, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑05‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE3433, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑05‑2002
Essentie
Arbeidsongeval; vordering tot schadevergoeding; verjaring; bekendheid met materiële en immateriële schade.
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen 's Hofs oordeel dat het op art. 3:310 lid 1 BW gegronde beroep van de werkgever op verjaring van de vordering tot vergoeding van materiële schade faalt nu de inleidende dagvaarding dateert van 10 april 1997 en niet kan worden aangenomen dat de werknemer vóór 10 april 1992 ermee bekend is geweest dat het hem (eerder) overkomen letsel tot blijvende arbeidsongeschiktheid zou leiden en tegen 's Hofs oordeel dat ook de verjaringstermijn van de vordering tot vergoeding van de immateriële ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.