JOL 2002, 259
Hypotheek; ‘beheer’ als bedoeld in art. 3:267 BW; omvang bevoegdheid hypotheekhouder tot executie; bevoegdheid tot sloop vóór levering? Positie faillissementscurator.
HR 26-04-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD9132 (Deutsche Hypothekenbank/De Liagre Böhl)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 april 2002
- Magistraten
R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/294HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AD9132
- Roepnaam
Deutsche Hypothekenbank/De Liagre Böhl
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD9132, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑04‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD9132, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2002
Essentie
Hypotheek; ‘beheer’ als bedoeld in art. 3:267 BW; omvang bevoegdheid hypotheekhouder tot executie; bevoegdheid tot sloop vóór levering? Positie faillissementscurator.
Van een onjuiste rechtsopvatting getuigt ' s Hofs oordeel dat de aan de Banken op de voet van art. 3:267 BW verleende machtiging de verhypothekeerde registergoederen te beheren hun het recht verleende om zo nodig, dat wil zeggen ter wille van een zo gunstig mogelijke verkoop, die registergoederen geheel of gedeeltelijk te slopen; onder het begrip ‘beheer’, zoals dit wordt gebruikt in art. 3:267 BW, kan, gezien de betekenis die op andere plaatsen in de wet aan dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.