JOL 2002, 189
Omgangsregeling. ‘Sociale’ grootouders; art. 8 EVRM; family life. Horen kind; art. 12 IVRK.
HR 29-03-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD8191 (sociale grootmoeder)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 maart 2002
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
R01/077HR
- Conclusie
A-G Moltmaker
- LJN
AD8191
- Roepnaam
sociale grootmoeder
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD8191, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑03‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD8191, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2002
Essentie
Nu in casu een beroep werd gedaan op zgn. ‘sociaal grootouderschap’ is het Hof terecht ervan uitgegaan dat bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling strenge eisen gelden wat betreft de aan te voeren concrete omstandigheden m.b.t. het bestaan tussen de ‘oma’ en het kind van een gezinsleven als bedoeld in art. 8 EVRM. Art. 12 IVRK bepaalt niet dat kinderen (jonger dan twaalf jaar) in alle zaken die hen betreffen zelf gehoord moeten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.