JOL 2001, 602
Arbeidsovereenkomst. Vordering tot schadevergoeding na ontbinding op voet art. 7A:1639w/7:685 BW.
HR 02-11-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD4911
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, J.B. Fleers, A.G. Pos, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/009HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AD4911
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD4911, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD4911, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2001
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Vordering tot schadevergoeding na ontbinding op voet art. 7A:1639w/7:685 BW.
In de hoogte van de vergoeding die de rechter in de ontbindingsprocedure op de voet van art. 7A:1639w— thans art. 7:685 BW — naar billijkheid aan een der partijen ten laste van de andere partij toekent, dient het resultaat van de rechterlijke toetsing aan de eisen van redelijkheid en billijkheid (of: aan goed werkgeverschap) in beginsel ten volle tot uitdrukking te komen zodat er daarnaast voor zodanige toetsing geen plaats is. Hieruit volgt dat na afwijzing in de ontbindingsprocedure van de door de werknemer verzochte schadevergoeding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.