JOL 2001, 489
Verjaring vordering tot schadevergoeding: voortgezette onrechtmatige handelingen; bekendheid met schade. Eigen schuld. Art. 407 lid 2 Rv.
HR 28-09-2001, ECLI:NL:HR:2001:ZC3659
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2001
- Magistraten
P. Neleman, R. Herrmann, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C99/322HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
ZC3659
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3659, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2001
ECLI:NL:HR:2001:ZC3659, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑09‑2001
Essentie
Verjaring vordering tot schadevergoeding: voortgezette onrechtmatige handelingen; bekendheid met schade. Eigen schuld. Art. 407 lid 2 Rv.
Nu het hier betreft een groot aantal herhaalde lozingshandelingen die ieder op zichzelf een onrechtmatige daad jegens de Gemeente opleveren en de Gemeente pas in 1995 met de vanaf juli 1990 ontstane schade bekend is geworden, heeft Hof met juistheid geoordeeld dat de vordering tot vergoeding van de na juli 1990 verzoorzaakte schade, nog niet is verjaard. Niet blijk van onjuiste rechtsopvatting geeft 's Hofs oordeel dat primair op de schadeveroorzaker de plicht rustte om te controleren of de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.