JOL 2001, 344
Cassatieberoep tegen vonnis kantonrechter; ontvankelijkheid.
HR 18-05-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1698
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 mei 2001
- Magistraten
C.H.M. Jansen, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/273HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AB1698
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB1698, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB1698, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑05‑2001
Essentie
Cassatieberoep tegen vonnis kantonrechter; ontvankelijkheid.
O.g.v. art. 38 RO juncto art. 253 lid 1 Rv. (‘optellen vordering in conventie en reconventie’) had thans eiser tot cassatie van vonnis van Kantonrechter in hoger beroep kunnen komen, zodat hij gezien art. 96 lid 1 RO niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep moet worden verklaard. (Zie overigens art. 340 Rv.)
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. J. Groen.
tegen
[Verweerster], te [vestigingsplaats], verweerster in cassatie, adv. mr. H.J. van Gijssel.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.