JOL 2001, 304
Arbeidsongeval; bewijslast.
HR 04-05-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1430 (Bloemsma/Boot Service Hattuma,Industromontaza/Banfic)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 mei 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, C.H.M. Jansen, A.E.M. van der Putt-Lauwers, P.C. Kop
- Zaaknummer
C99/225HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AB1430
- Roepnaam
Bloemsma/Boot Service Hattuma
Industromontaza/Banfic
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht (V)
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1430, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑05‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1430, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑05‑2001
Essentie
Arbeidsongeval; bewijslast.
De werknemer die op grond van art. 7:658 lid 2 BW schadevergoeding vordert, zal moeten stellen en zo nodig bewijzen dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor de werkgever: daarbij geldt dat niet van de werknemer kan worden verlangd dat hij ook aantoont wat de toedracht of de oorzaak van het ongeval is geweest.
Partij(en)
[Eiser], wonende te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. D. Stoutjesdijk.
tegen
[Verweerder], handelend onder de naam [..], wonende te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv. mr. J. Groen.