JOL 2000, 613
Benelux Merkenwet; art. 6ter; onderscheidend vermogen; schorsing geding.
HR 08-12-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA8900
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 december 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink
- Zaaknummer
R98/053HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AA8900
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA8900, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑12‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA8900, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2000
Essentie
Benelux Merkenwet; art. 6ter; onderscheidend vermogen; schorsing geding.
Geding wordt geschorst totdat het HvJEG en het BenGH uitspraak hebben gedaan in een ander geding waarin het BenGH aan het HvJEG vragen van uitleg heeft voorgelegd (betreffende het ‘onderscheidend vermogen’) waarop het antwoord van onmiddellijk belang kan zijn voor de onderhavige zaak.
Samenvatting
Partij(en)
Het Benelux-Merkenbureau, gevestigd te 's‑Gravenhage, verzoeker tot cassatie, adv. mr. C.J.J.C. van Nispen,
tegen
[Verweerder], wonende te [woonplaats], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het verloop van het geding
De Hoge Raad heeft in dit geding een tussenbeschikking gegeven op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.