JOL 2000, 555
Ontslag tijdens proeftijd; schadevergoeding; goed werkgeverschap.
HR 10-11-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8251
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 november 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C98/370HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AA8251
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA8251, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA8251, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑11‑2000
Essentie
Ontslag tijdens proeftijd; schadevergoeding; goed werkgeverschap.
Cassatieberoep verworpen op de gronden uiteengezet in de conclusie van de A-G: in cassatie wordt niet bestreden het door de Rechtbank aan haar beslissing ten grondslag gelegde uitgangspunt dat een ontslag van een werknemer tijdens de (wettelijke) proeftijd in strijd kan zijn met goed werkgeverschap. De Rechtbank heeft kennelijk geoordeeld dat het in de rede lag bij de begroting van de schade die de werkgever diende te vergoeden wegens zodanige strijd met goed werkgeverschap, aansluiting te zoeken bij de regeling inzake onregelmatig ontslag (art. 7A:1639o juncto art. 7A:1639r BW, thans 6:677 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.