JOL 2000, 495
Asbest. Aansprakelijkheid werkgever. Dertigjarige verjaringstermijn art. 3:310 lid 2; schadeveroorzakende gebeurtenis; naar haar aard verborgen gebleven schade. Derogerende werking redelijkheid en billijkheid; omstandigheden geval; gezichtspunten. Opzet/grove schuld werkgever? Aanpassen stellingen na verwijzing.
HR 20-10-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA7688
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 oktober 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, P. Neleman, R. Herrmann, C.H.M. Jansen, P.C. Kop
- Zaaknummer
C98/382HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AA7688
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7688, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑10‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA7688, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑2000
Essentie
Asbest. Aansprakelijkheid werkgever. Dertigjarige verjaringstermijn art. 3:310 lid 2; schadeveroorzakende gebeurtenis; naar haar aard verborgen gebleven schade. Derogerende werking redelijkheid en billijkheid; omstandigheden geval; gezichtspunten. Opzet/grove schuld werkgever? Aanpassen stellingen na verwijzing.
Zoals HR in zijn arrest van 28 april 2000 heeft overwogen, kan de dertigjarige verjaringstermijn van art. 3:310 lid 2 BW in uitzonderlijke gevallen buiten toepassing blijven omdat sprake is van onaanvaardbaarheid in de zin van art. 6:2 lid 2 BW; een zodanig uitzonderlijk geval kan zich voordoen wanneer onzeker is of de gebeurtenis die de schade kan veroorzaken (de blootstelling aan asbest) inderdaad tot schade zal leiden, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.