JOL 2000, 325
Alimentatie; echtscheidingsconvenant; wijziging van omstandigheden.
HR 09-06-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA6162
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juni 2000
- Magistraten
H.L.J. Roelvink, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
R99/151HR
- Conclusie
A-G Mr. Hartkamp
- LJN
AA6162
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6162, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑06‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA6162, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2000
Essentie
Alimentatie; echtscheidingsconvenant; wijziging van omstandigheden.
Wanneer een partij bij een overeenkomst betreffende levensonderhoud na het sluiten daarvan te weten komt dat de feitelijke omstandigheden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst anders waren dan hij of zij toen aannam, kan het verkrijgen van deze wetenschap niet worden aangemerkt als een wijziging van omstandigheden in de zin van art. 1:401 BW.
Partij(en)
[De man]., te [woonplaats A], verzoekster tot cassatie, adv. mr. V.K.S. Budhu Lall,
tegen
[De vrouw] te [woonplaats B] verweerder in cassatie, adv. mr. J.H.F. Schultz van Haegen.