JOL 2000, 276
Toewijzing verzoek voorlopig getuigenverhoor; rechtsmiddelenverbod art. 216 Rv.; doorbreking.
HR 12-05-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5781
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 mei 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, C.H.M. Jansen, A.E.M. Van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R99/196HR
- Conclusie
A-G Wesseling-Van Gent
- LJN
AA5781
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA5781, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA5781, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑05‑2000
Essentie
Toewijzing verzoek voorlopig getuigenverhoor; rechtsmiddelenverbod art. 216 Rv.; doorbreking.
Gezien het rechtsmiddelenverbod van art. 216 Rv. geldt dat nu het Hof de toewijzende beschikking van de Rechtbank heeft bekrachtigd na ongegrondbevinding van de inhoudelijke bezwaren tegen die beschikking (in welke beslissing ligt besloten dat Rechtbank art. 214 Rv. met verzuim van essentile vormen heeft toegepast), verzoekers tot cassatie slechts in hun cassatieberoep zouden kunnen worden ontvangen indien zij zich erover zouden beklagen dat het Hof art. 214 Rv. ten onrechte dan wel met verzuim van essentiële vormen heeft toegepast, of ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.