JOL 2000, 158
Wet BOPZ; gevaar; motivering.
HR 17-03-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5164
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 maart 2000
- Magistraten
Mijnssen, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman, Hammerstein, Kop
- Zaaknummer
R99/201HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AA5164
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5164, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑03‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5164, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2000
Essentie
Wet BOPZ; gevaar; motivering.
Partij(en)
X., te Z., verzoeker tot cassatie, adv. mr. A.M. van Kuijeren.
Uitspraak
X., te Z., verzoeker tot cassatie, adv. mr. A.M. van Kuijeren.
1. Het geding in feitelijke instantie
De Officier van Justitie in het arrondissement Dordrecht heeft op 3 september 1999 onder overlegging van een op 1 september 1999 ondertekende geneeskundige verklaring een vordering ingediend bij de Rechtbank aldaar tot het verlenen van een voorlopige machtiging tot het doen voortduren van het verblijf van verzoeker tot cassatie — verder te noemen: verzoeker — in een psychiatrisch ziekenhuis.
Nadat de Rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.