JOL 1999, 159
‘Eigen beursje’; maatstaf; ernstige beroepsfout; belang van de cliënt
HR 03-12-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA3826
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 1999
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/035HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AA3826
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3826, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑12‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA3826, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑1999
Essentie
‘Eigen beursje’; maatstaf; ernstige beroepsfout; belang van de cliënt.
Partij(en)
Mr X., te Z., eiser tot cassatie, adv. mr E. Grabandt,
tegen
- 1.
Y. Levensverzekeringsmaatschappij, te W., verweerster in cassatie, adv. mr J.L.W. Sillevis Smitt,
- 2.
V., te Z., op de voet van art. 12a Rv in het geding geroepen partij; niet verschenen.
Uitspraak
1. Het verdere verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure tot dusver verwijst de Hoge Raad naar zijn tussenarrest van 23 april 1999, nr. C98/035, RvdW 1999, 72.
Bij dit tussenarrest heeft de Hoge Raad mr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.