JOL 1999, 135
Omgangsregeling. Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961. Art. 5: ‘maatregel’ en kennisgevingsplicht.
HR 19-11-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA1060
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 november 1999
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Jansen, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R99/031HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AA1060
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1999:AA1060, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑1999
ECLI:NL:HR:1999:AA1060, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑11‑1999
Essentie
Omgangsregeling. Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961. Art. 5: ‘maatregel’ en kennisgevingsplicht.
Partij(en)
X., te Z., verzoeker tot cassatie, adv. mr E. van Staden ten Brink,
tegen
Y., te Z., verweerster in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 27 mei 1997 gedateerd verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie — verder te noemen: de vader — zich gewend tot de Rechtbank te Amsterdam en primair verzocht de beschikking van deze Rechtbank van 9 mei 1989, bekrachtigd door het Gerechtshof te Amsterdam bij beschikking van 20 november 1989, waarbij verweerster in cassatie — verder te noemen: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.