Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen
Artikel 5 [Verplaatsing gewone verblijf]
Geldend
Geldend vanaf 04-02-1969
- Bronpublicatie:
05-10-1961, Trb. 1968, 101 (uitgifte: 28-08-1968, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-02-1969
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-07-1969, Trb. 1969, 96 (uitgifte: 01-01-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
1.
Bij verplaatsing van het gewone verblijf van een minderjarige van een Verdragsluitende Staat naar een andere blijven de door de autoriteiten van de Staat van het vorige gewone verblijf genomen maatregelen van kracht zolang de autoriteiten van het nieuwe gewone verblijf deze niet hebben opgeheven of vervangen.
2.
De maatregelen, genomen door de autoriteiten van de Staat van het vorige gewone verblijf van de minderjarige worden niet opgeheven of vervangen dan nadat het voornemen daartoe aan die autoriteiten kenbaar is gemaakt.
3.
Bij verhuizing van een minderjarige die onder de bescherming stond van de autoriteiten van de Staat waarvan hij onderdaan is, blijven de door die autoriteiten met toepassing van hun interne wet genomen maatregelen in de Staat van het nieuwe gewone verblijf van kracht.