JOL 1999, 141
Ontslag op staande voet. Bewijs verduistering: onvoldoende gemotiveerde betwisting.
HR 19-11-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3375
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 november 1999
- Magistraten
Roelvink, Herrmann, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
C98/109HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AA3375
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3375, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑11‑1999
Essentie
Ontslag op staande voet. Bewijs verduistering: onvoldoende gemotiveerde betwisting.
Partij(en)
X., te Z., eiser tot cassatie, voorwaardelijk incidenteel verweerder, adv. mr K. Aantjes,
tegen
Mrs H.Th. Bouma en R. van de Klashorst, in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van Y BV, te W., verweerders in cassatie, voorwaardelijk incidenteel eisers, adv. mr A.G. Castermans.
Uitspraak
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie — verder te noemen: X. — heeft bij exploit van 14 september 1994 Y. BV, gevestigd W. — verder te noemen: Y. — gedagvaard voor de Kantonrechter te 's‑Gravenhage en gevorderd: