NJ 1970, 250
HR, 20-03-1970: Doorenbos/Intercommunale (Schade waterwinning)
HR 20-03-1970, ECLI:NL:HR:1970:AC5006, m.nt. G.J. Scholten (Doorenbos/Intercommunale (Schade waterwinning))
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 maart 1970
- Magistraten
Wiarda, Dubbink, Peters, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1970-03-20/NJ_52652]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC5006
- Roepnaam
Doorenbos/Intercommunale (Schade waterwinning)
- JCDI
JCDI:ADS116837:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1970:AC5006, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑03‑1970
ECLI:NL:PHR:1970:AC5006, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑02‑1970
- Wetingang
BBA 1945 art. 9; BW art. 1639h; BW art. 1639u
Essentie
Nietigheid van met art. 6, lid 1, BBA 1945 strijdige handeling?
Gevolg van opzegging van de dienstbetrekking tijdens ziekte van de arbeider.
Geval waarin geen grond bestaat om af te wijken van de algemene regel volgens welke de verjaringstermijn van art. 1639u BW aanvangt op het tijdstip waarop de dienstbetrekking eindigt.
Samenvatting
Werkgeefster heeft de arbeidsverhouding met werknemer beeindigd zonder toestemming van de Directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau, die als zijn oordeel had uitgesproken dat zijn toestemming niet werd vereist. De werkgeefster mocht afgaan op het oordeel van de Directeur van het GAB. Niet valt aan te nemen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.