NJ 1967, 241
HR, 21-04-1967
HR 21-04-1967, ECLI:NL:HR:1967:AB5476
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 1967
- Magistraten
De Jong, Houwing, Hulsmann, Dubbink, Loeff
- Zaaknummer
[1967-04-21/NJ_51209]
- LJN
AB5476
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1967:AB5476, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑1967
- Wetingang
Rv (oud) art. 612
Essentie
Grondslag voor een veroordeling tot schadevergoeding, op te maken bij staat.
Samenvatting
Door als grondslag van een veroordeling tot schadevergoeding op te maken bij staat te eisen dat is komen vast te staan dat de eisende partij schade heeft geleden of zal lijden, heeft het Hof een onjuist criterium aangelegd, daar als grondslag voor zodanige veroordeling reeds voldoende is dat het bestaan van schade aannemelijk is, waaromtrent het Hof een onderzoek niet heeft ingesteld.
Uitspraak
Arrest in zake de rechtspersoonlijkheid bezittende Moluksche Evangelische Kerk in Nederland, te 's‑Gravenhage, eiseres tot cassatie van een tussen pp. gewezen arrest van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.