NJ 1959, 551
HR, 26-06-1959: De Bont/Zuidooster
HR 26-06-1959, ECLI:NL:PHR:1959:AG2039, m.nt. L.E.H. Rutten (De Bont/Zuidooster)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 juni 1959
- Magistraten
Donner, De Jong, Hülsmann, Dubbink, Petit
- Zaaknummer
[1959-06-26/NJ_49986]
- Noot
L.E.H. Rutten
- LJN
AG2039
- Roepnaam
De Bont/Zuidooster
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS159553:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1959:AG2039, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑06‑1959
ECLI:NL:PHR:1959:AG2039, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑1959
- Wetingang
BW art. 1639
Essentie
Verkeersfout van werknemer (buschauffeur), waardoor de werkgever schade lijdt. Is de werknemer daarvoor steeds aansprakelijk?
Samenvatting
Ten onrechte heeft de Rb. geoordeeld, dat een chauffeur, die een verkeersfout begaat en daardoor zijn werkgever schade berokkent, jegens den werkgever tot vergoeding daarvan is gehouden, ongeacht den ernst van de fout. De aard van een arbeidsovereenkomst kan meebrengen, dat een werkgever de gevolgen moet dragen van geringe fouten, die de arbeider bij de verrichting van zijn werkzaamheden begaat. Met name is dit het geval, wanneer een werkgever zijn arbeider opdraagt als chauffeur deel te nemen aan het wegverkeer, dat den autobestuurder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.