NJ 1919, p. 161
HR, 31-01-1919: Lindenbaum/Cohen
HR 31-01-1919, ECLI:NL:PHR:1919:AG1776, m.nt. Molengraaff (Lindenbaum/Cohen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 januari 1919
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman. Raden: Mrs. B. C. J. Loder, C. O. Segers, Jhr. R. Feith en Dr. L. E. Visser;
- Zaaknummer
[1919-01-31/NJ_137957]
- Conclusie
A-G Tak
- Noot
Molengraaff
- LJN
AG1776
- Roepnaam
Lindenbaum/Cohen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS159443:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1919:AG1776, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑01‑1919
ECLI:NL:PHR:1919:AG1776, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑1919
- Wetingang
BW art. 1401; Rv art. 398; Rv art. 399; Rv art. 400; Rv art. 401; Rv art. 402; Rv art. 403; Rv art. 404; Rv art. 405; Rv art. 406; Rv art. 407; Rv art. 408; Rv art. 409; Rv art. 410; Rv art. 411; Rv art. 412; Rv art. 413; Rv art. 414; Rv art. 415; Rv art. 416; Rv art. 417; Rv art. 418; Rv art. 419; Rv art. 420; Rv art. 421; Rv art. 422; Rv art. 423; Rv art. 424; Rv art. 425; Rv art. 426; Rv art. 427; Rv art. 428; Rv art. 429
Samenvatting
Onder onrechtmatige daad is te verstaan een handelen of nalaten, dat òf inbreuk maakt op eens anders recht, òf in strijd is met des daders rechtsplicht òf indruischt, hetzij tegen de goede zeden, hetzij tegen de zorgvuldigheid, welke in het maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien van eens anders persoon of goed.
Toetsing van de daad aan dit begrip in cassatie.
Partij(en)
M. Lindenbaum, handelsdrukker, wonende te Amsterdam, aldaar handelende onder de firma M. Lindenbaum & C°., eischer tot cassatie van een arrest tusschen partijen op 18 Maart 1918 door het gerechtshof te Amsterdam gewezen, (N. J. 1918, blz. 1094 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.