Besluit 2000/365/EG betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2014
- Bronpublicatie:
01-12-2014, PbEU 2014, L 345 (uitgifte: 01-12-2014, regelingnummer: 2014/857/EU)
- Inwerkingtreding
01-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2014, PbEU 2014, L 345 (uitgifte: 01-12-2014, regelingnummer: 2014/857/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
De in artikel 1, onder a), punt ii), genoemde bepalingen en de andere toepasselijke bepalingen betreffende het Schengeninformatiesysteem die sinds 1 december 2009 zijn aangenomen maar nog niet in werking gesteld, worden tussen het Verenigd Koninkrijk en de lidstaten en de andere staten waarvoor deze bepalingen reeds in werking zijn gesteld, bij een uitvoeringsbesluit van de Raad in werking gesteld wanneer de voorwaarden voor de toepassing van die bepalingen zijn vervuld.
2.
Lid 1 geldt mutatis mutandis voor de inwerkingstelling van de in artikel 5, genoemde bepalingen ten aanzien van de betrokken gebieden.
3.
Uitvoeringsbesluiten krachtens de leden 1 en 2 worden genomen door de Raad, met eenparigheid van stemmen van zijn in artikel 1 van het Schengenprotocol genoemde leden en de vertegenwoordiger van de Regering van het Verenigd Koninkrijk.
4.
De bepalingen van artikel 75 van de Overeenkomst van 1990 ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 en van het besluit van het Uitvoerend Comité SCH/Com-ex (94) 28 herz. (verklaring voor het met zich meevoeren van verdovende middelen en/of psychotrope stoffen bedoeld in artikel 75 Uitvoeringsovereenkomst) zijn rechtstreeks toepasselijk in het Verenigd Koninkrijk.