JONDR 2019/287
Geen kennelijk onbehoorlijk bestuur inzake niet betalen naheffingsaanslag
HR 22-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:284
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 februari 2019
- Zaaknummer
18/00983
18/00984
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:285, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2019
ECLI:NL:HR:2019:284, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1374, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2018
- Wetingang
Art. 36 Invorderingswet 1990
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de melding van betalingsonmacht rechtsgeldig is omdat het niet aan opzet of grove schuld van de bv is te wijten dat de verschuldigde loonbelasting meer beloopt dan conform de aangiften is betaald. De omstandigheid dat de verschuldigde belasting meer is dan conform de aangiften is afgedragen, kan niet als verwijt jegens de aansprakelijk gestelde bestuurder worden gebruikt.
Samenvatting
Mevrouw X is directeur-grootaandeelhouder van een bv, die een uitzendbureau exploiteert. In 2006 blijkt bij een boekenonderzoek dat door de boekhouder op grote schaal is gesjoemeld met (reis)kostenvergoedingen van Poolse bouwvakkers en slagers. Tegen de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.