RFR 2018/43
Bopz. Is de verklaring van een waarnemend arts gelijk te stellen met de verklaring van de geneesheer-directeur?
HR 08-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3101
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/04220
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928300:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3101, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1314, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑08‑2017
- Wetingang
Art. 16 lid 1 Wet Bopz
Essentie
Bopz. Machtiging voortgezet verblijf. Bescherming meerderjarige.
Kan een machtiging voortgezet verblijf worden verleend op basis van een geneeskundige verklaring, die is ondertekend door een waarnemend Bopz-arts voor een betrokkene die reeds in de instelling verblijft?
Samenvatting
De rechtbank heeft een machtiging voortgezet verblijf verleend voor een betrokkene die in de verpleeginrichting verbleef. De machtiging is gebaseerd op een geneeskundige verklaring die is ondertekend door een waarnemend Bopz-arts. Ter zitting heeft de advocaat van betrokkene als verweer gevoerd dat de geneeskundige verklaring niet is ondertekend door de geneesheer-directeur en daarom niet mag worden gebruikt voor de onderbouwing van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.