FED 2011/99
Vervangingswaarde universiteitscomplex. Het hof heeft het subsidiaire standpunt van belanghebbende verworpen dat zij een deel van de bouwgronden en overige gronden vrij van omzetbelasting had kunnen verwerven. Dit oordeel is onvoldoende gemotiveerd tegen de achtergrond van wat over de aard en de bestemming van die overige gronden voor het hof is komen vast te staan
HR 21-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT8739, m.nt. W.J.N.M. Snoijink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 oktober 2011
- Magistraten
C. Schaap, M.W.C. Feteris, R.J. Koopman
- Zaaknummer
10/01252
- Noot
W.J.N.M. Snoijink
- LJN
BT8739
- JCDI
JCDI:ADS273493:1
- Vakgebied(en)
Waardering onroerende zaken (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT8739, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑10‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑05‑2010
- Wetingang
Essentie
Vervangingswaarde universiteitscomplex. Het hof heeft het subsidiaire standpunt van belanghebbende verworpen dat zij een deel van de bouwgronden en overige gronden vrij van omzetbelasting had kunnen verwerven. Dit oordeel is onvoldoende gemotiveerd tegen de achtergrond van wat over de aard en de bestemming van die overige gronden voor het hof is komen vast te staan
Uitspraak
Het geschil betreft de WOZ-beschikking voor het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1.
In cassatie kan van het volgende worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.