ABRvS, 27-02-2015, nr. 201408987/1/V2
ECLI:NL:RVS:2015:780, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
27-02-2015
- Zaaknummer
201408987/1/V2
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RVS:2015:780, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 27‑02‑2015; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2014:13666, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Wetingang
art. 29 Vreemdelingenwet 2000
- Vindplaatsen
JV 2015/96
Uitspraak 27‑02‑2015
Inhoudsindicatie
Bij besluit van 9 oktober 2014 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
201408987/1/V2.
Datum uitspraak: 27 februari 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
appellant,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam (hierna: de rechtbank), van 30 oktober 2014 in zaken nrs. 14/23174 en 14/23176 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de staatssecretaris.
Procesverloop
Bij besluit van 9 oktober 2014 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 30 oktober 2014 heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Het hogerberoepschrift is aangehecht.
De vreemdeling heeft een verweerschrift ingediend.
De staatssecretaris en de vreemdeling hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 januari 2015, waar de vreemdeling, bijgestaan door mr. J.A. Tegenbosch, advocaat te Eindhoven, en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. M.M. van Asperen, advocaat te Den Haag, zijn verschenen.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De stukken die de vreemdeling in deze procedure heeft overgelegd zijn, voor zover zij niet uitdrukkelijk in de overwegingen zijn weergegeven, vermeld in de aangehechte bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
2. De rechtbank heeft overwogen dat zij de staatssecretaris niet volgt in zijn standpunt dat uit de door de vreemdeling overgelegde stukken blijkt dat in Libië voornamelijk sprake is van gericht geweld. Hiervoor heeft zij redengevend geacht dat uit de hierna in 3.4. tot en met 3.4.2. aangehaalde artikelen niet blijkt dat alle slachtoffers waarover in die stukken wordt bericht aan de gewapende strijd deelnamen dan wel slachtoffer zijn geworden van gerichte acties. Volgens de rechtbank heeft de staatssecretaris daarom niet deugdelijk gemotiveerd dat zich in Benghazi, Libië, geen uitzonderlijke situatie voordoet waartegen artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) bescherming biedt. Hierbij heeft zij tevens betrokken dat de staatssecretaris in een brief van 15 augustus 2014, in de zaak van een andere vreemdeling, te kennen heeft gegeven dat Libische vreemdelingen zich veilig kunnen vestigen buiten Benghazi en Tripoli.
3. In de eerste grief klaagt de staatssecretaris dat de rechtbank, door aldus te overwegen, niet heeft onderkend dat uit de door de vreemdeling overgelegde stukken niet blijkt dat de mate van willekeurig geweld in het aan de gang zijnde gewapend conflict dermate hoog is dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar Benghazi louter door zijn aanwezigheid daar een reëel risico loopt op de in voormeld artikelonderdeel bedoelde bedreiging.
3.1. In het besluit van 9 oktober 2014 en het ingelaste voornemen daartoe, zoals toegelicht ter zitting bij de rechtbank, heeft de staatssecretaris zich op het standpunt gesteld dat, hoewel de veiligheidssituatie in Libië zorgelijk is, in de door de vreemdeling overgelegde stukken met name melding wordt gemaakt van gericht geweld. In die stukken wordt immers voornamelijk bericht over gewelddadigheden tussen deelnemers aan het gewapend conflict, dan wel over gerichte acties tegen personen die behoren tot specifieke groepen. Er kan voorts niet uit worden opgemaakt dat het aantal willekeurige burgerslachtoffers dusdanig hoog is dat de conclusie gerechtvaardigd is dat zich in Benghazi een uitzonderlijke situatie voordoet als vorenbedoeld, aldus de staatssecretaris.
De staatssecretaris heeft op 5 januari 2015 onder meer het landenrapport 'Libya: Security Situation' van 19 december 2014 (hierna: het landenrapport van 19 december 2014) overgelegd. Dit rapport is gezamenlijk opgesteld door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de migratiediensten van België, Zweden en Noorwegen.
Ter zitting bij de Afdeling heeft de staatssecretaris toegelicht dat het landenrapport van 19 december 2014 geen aanleiding geeft zijn standpunt te herzien. Volgens de staatssecretaris blijkt uit dat landenrapport dat van mei tot oktober 2014 in een aantal westelijke delen van Benghazi gevechten plaatsvonden, maar dat deze niet verhinderden dat de bevolking een betrekkelijk normaal leven leidde. Hoewel uit het landenrapport blijkt dat de situatie in oktober 2014 is verslechterd en sindsdien een gewapende strijd wordt gevoerd in westelijke delen van de stad, het centrum en in de nabijgelegen woonwijken, zijn er ook wijken waar het relatief veilig is. Sinds eind november 2014 is de situatie volgens waarnemers verbeterd en heeft het gewone leven in veel delen van de stad zijn gang hernomen, aldus de staatssecretaris. Uit het landenrapport van 19 december 2014 blijkt volgens de staatssecretaris verder dat burgers, onder meer als gevolg van de slechte kwaliteit van het gebruikte wapentuig en het feit dat strijders doorgaans onvoldoende zijn getraind, risico lopen slachtoffer te worden van de gewapende strijd. Het aantal burgerslachtoffers is echter moeilijk vast te stellen omdat de beschikbare cijfers over het aantal dodelijke slachtoffers, geen onderscheid maken tussen strijders en burgers. Uit het landenrapport van 19 december 2014 blijkt voorts dat een aanzienlijk aantal burgers Benghazi vanaf mei 2014 is ontvlucht. De staatssecretaris heeft er verder op gewezen dat de rivaliserende groeperingen, onder leiding van onder meer de Verenigde Naties, gesprekken voeren om een einde te maken aan de gewapende strijd. Dat uit de stukken verder blijkt dat de politie en het leger buitengewoon zwak zijn en dat pogingen om milities hierin te incorporeren niet zijn gelukt, is als zodanig niet voldoende voor het aannemen van een uitzonderlijke situatie als vorenbedoeld, aldus de staatssecretaris.
3.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraken van 4 februari 2011 in zaak nr. 201011249/1/V2, 23 mei 2013 in zaak nr. 201302478/1/V2 en 19 februari 2014 in zaak nr. 201307429/1/V2) beoogt artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000 bescherming te bieden in de uitzonderlijke situatie dat de mate van willekeurig geweld in het aan de gang zijnde gewapend conflict dermate hoog is dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar het betrokken land of, in voorkomend geval, naar het betrokken gebied, louter door zijn aanwezigheid daar een reëel risico loopt op de in dat artikelonderdeel bedoelde bedreiging. Zoals de Afdeling eveneens eerder heeft overwogen (uitspraken van 25 mei 2009 in zaak nr. 200702174/2/V2 en 22 maart 2012 in zaak nr. 201107996/1/V1) valt deze uitzonderlijke situatie onder de 'most extreme case of general violence' als bedoeld in het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 17 juli 2008, nr. 25904/07, NA. tegen het Verenigd Koninkrijk (www.echr.coe.int).
Zoals verder volgt uit voormelde uitspraken van de Afdeling van 4 februari 2011, 23 mei 2013 en 19 februari 2014 is bij de beoordeling of zich een dergelijke situatie voordoet, onder meer van belang of de bij het gewapend conflict betrokken partijen zich richten tegen burgers dan wel vechten op een manier die het risico op willekeurige burgerslachtoffers vergroot, het gebruik van dergelijke middelen van geweldpleging wijdverspreid is, het gewapend conflict al dan niet beperkt is tot bepaalde gebieden, het al dan niet aanwezig zijn van een veiligheidsstructuur alsmede het aantal burgers dat slachtoffer is geworden van het geweld dan wel als gevolg daarvan ontheemd is geraakt.
3.3. De Afdeling betrekt de stukken waarop partijen eerst na de aangevallen uitspraak een beroep hebben gedaan, ter wille van de rechtsontwikkeling omtrent de behandeling van asielzaken van Libische vreemdelingen die zich beroepen op de algehele veiligheidssituatie in hun land van herkomst, bij de beoordeling van de grief. Deze beoordeling beperkt zich, gelet op het bepaalde in de artikelen 8:65, eerste lid, en 8:69, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, tot het moment van sluiting van het onderzoek ter zitting bij de Afdeling op 16 januari 2015. De ontwikkelingen na deze datum zijn derhalve niet beoordeeld. De Afdeling beperkt zich verder, gelet op hetgeen door partijen in deze procedure is aangevoerd, tot een beoordeling van de veiligheidssituatie in Benghazi.
3.4. Het bericht van BBC News 'Libyan soldiers killed in Benghazi bombings and clashes' van 3 oktober 2014, dat de rechtbank bij haar oordeel heeft betrokken, meldt, voor zover thans van belang, het volgende:
"At least 29 Libyan soldiers have been killed in two car bombings and clashes in the eastern city of Benghazi. Some 60 troops were wounded in the violence near Benghazi airport, medics and military sources say. Libya has seen fierce fighting between rival militias that helped topple Muammar Gaddafi in 2011. In Benghazi, special army forces allied to former general Khalifa Haftar have been battling armed Islamist groups who control most of the city. Thursday's bombings targeted a checkpoint near the city's Benina airport, which has been shut down since May. […] Hundreds of people are believed to have died in a recent upsurge of unrest in Libya, while thousands have fled their homes to escape the violence. Human Rights Watch says more than 250 people have been killed in Benghazi and Derna alone this year. More than three years after Gaddafi was overthrown and killed, Libya's police and army remain weak in comparison with the militias, who control large parts of the country."
3.4.1. Het bericht van Libya Herald 'Seven killed in Benghazi as wave of assassinations continues' van 27 september 2014, dat de rechtbank bij haar oordeel heeft betrokken, meldt, voor zover thans van belang, het volgende: -
"Six civilians and soldiers were murdered in Benghazi yesterday, one week on from "Black Friday" in which 10 were killed and thirteen targeted in an unprecedented day of violence. The bloodletting marks another day of what appears to be a city-wide campaign to instil fear in Benghazi residents, orchestrated by extremists. The killing has continued with impunity throughout the week with a dozen killed in the intervening days. Bomb disposal expert Saleh Taher Al-Mismari was shot and killed while travelling on the city’s highway. A friend with him has not been identified survived the attack and drove Mismari to Benghazi Medical Centre (BMC). The 32-year-old Mismari was pronounced dead on arrival. Saiqa Special Forces member Othman Shagour died outside Jalaa Hospital after he was shot several times by unknown gunmen. Despite being close to the hospital, medical workers were unable to resuscitate him and he died there. His body was later transferred to Benghazi Medical Centre (BMC). Army colonel Moutaz Shehumi was shot dead by unknown gunmen in Hay Salem. Throughout Benghazi military personnel, active or retired, hav been targeted by armed groups for well over a year. Two civilians, travelling together in Hay Salem, were shot and killed by gunmen. Identified as Adel Ferjani and Mohamed Ghoneim the motive for their slaying, as has been the case with the murder of many relatively unknown civilians in recent days, remains unknown. Saiti Nasser, also a civilian, was gunned down in front of his family home. Raja Selim died, apparently by accident, when a rocket struck her car in Benghazi’s Laithi district. Selim’s husband who was driving with her survived the blast. […]"
3.4.2. Het bericht van Agence France-Presse (hierna: AFP) 'Clashes in Libya's Benghazi leave more than 20 dead' van 17 oktober 2014, dat de rechtbank bij haar oordeel heeft betrokken, meldt, voor zover thans van belang, het volgende:
"Fierce clashes raged in Benghazi yesterday, leaving more than 20 people dead, on the third day of an offensive by pro-government forces to recapture Libya’s second city from Islamist militias. The latest fighting was the most violent since forces of former general Khalifa Haftar launched the assault on Wednesday with the backing of army units and civilians who have taken up arms. Benghazi Medical Centre said the 18 dead were mostly soldiers and their civilian supporters in the central district of Al-Majouri. There was no word on casualties on the side of the Islamists, who rarely announce their losses. Another four people died after a suicide bomber blew up his car at a checkpoint in the central Benghazi district of Boudhima. The suicide bomber was among the dead, Benghazi Medical Centre said. In a statement on a pro-Haftar television station, Al-Karama, the retired general said he was "satisfied with the results of the battle for Benghazi" and vowed that "victory is near". At least 52 people have been killed in the three days of what Haftar has called an operation to "liberate" Benghazi, according to hospital figures. […] Residents said the two sides were using weapons of all calibres in street fighting in a densely-populated district. The Libyan Red Crescent called for a ceasefire to allow families to flee the combat zone on its Facebook page. Elsewhere, air raids struck Islamist targets in Al-Lithi, Al-Massaken and Bouatni, witnesses said. […]"
3.4.3. Het bericht van Reporters Sans Frontiers 'Libya still extremely dangerous for journalists' van 15 oktober 2014 meldt, voor zover thans van belang, het volgende:
"Libya’s journalists are still among the leading victims of the political turmoil and violence that have been a constant ever since Col. Gaddafi’s overthrow in the 2011 revolution. […] Reporters Without Borders condemns the murder of Al-Tayeb Issa, one of the founders of privately-owned satellite TV station Tuareg Tumsat, in southwestern Libya on 5 October and radio presenter Motassem Al-Warfalli’s murder three days later in the eastern city of Benghazi. Issa’s bullet-riddled body was found on the road between Ghat and Obari, where he was from. His car had been set on fire. A colleague said that Issa, who was the TV station’s financial director, was a respected and discreet person who had never received threats. […] Warfalli, a young presenter on Radio Sawt Libya Al-Watan, was murdered by gunmen who fired on him from a car and then sped away. He was known as a supporter of Ansar Al-Sharia, a group regarded as a terrorist organization by the Libyan government and the United States. […]"
3.4.4. Het bericht van de United Nations Office of the High Commissioner for Human Rights (hierna: OHCHR) 'United Nations Rights Chief Zeid condemns attacks on human rights defenders in Libya' van 14 oktober 2014 meldt, voor zover thans van belang, het volgende:
"Human rights defenders, political activists, bloggers and media professionals have been under increasing attack from armed groups in Libya since mid-May, when fighting between rival factions intensified in and around Benghazi and later erupted in Tripoli, UN Human Rights Chief Zeid Ra’ad Al Hussein warned Tuesday. High Commissioner Zeid said UN human rights staff had received numerous reports of intimidation, harassment, abductions and murder of members of civil society, causing some human rights defenders to flee the country while others have curtailed their activism or gone into hiding, seeking protection for themselves and their families. Individuals have been shot in the street while going to work or coming out of mosques after prayers. In Benghazi, 10 people were murdered in a single day on 19 September, including two prominent young civil society activists, Tawfik Bensaud, 18, and Sami al-Kawafi, 17. Since May, a number of other prominent public figures have been killed in the city, including newspaper editor Muftah Abu Zeid and lawyer and human rights activist Salwa Bugaighis. In Derna, East of Benghazi, lawyer Usama al-Mansuri was killed on 6 October, apparently after publicly criticizing a declaration by armed groups in the town pledging allegiance to the so-called ISIL. Similarly, in Tripoli, since July a number of activists and other public figures have been abducted, received threats or had their homes looted or burned. […] Media professionals also continue to be targeted. […] On 8 October, al-Mu’tasem al-Warfalli, a journalist with the Libya al-Watan radio station, was shot dead in Benghazi. […]"
3.4.5. Het landenrapport van 19 december 2014, dat ziet op de periode tussen 1 oktober 2013 en 1 december 2014, meldt, voor zover thans van belang, het volgende:
"3.1 Nature of the Violence
[…] The armed conflict in Libya is made up of a multitude of regional conflicts with different actors and causes. Some conflicts are getting much media attention, for instance the conflict between militias supporting the House of Representatives and those allied to the GNC, but in several parts of the country other clashes also break out between militias and local tribes. The recent arrival of the Islamic State in Darna is also fuelling concerns about the country’s future.
During the reporting period, big cities as well as rural areas have witnessed varying degrees of violence. Violent incidents can be classified as follows:
- Targeted assassinations (especially in Benghazi, Darna)
- Politically motivated abductions (Benghazi, Darna, Tripoli, Sirt)
- Attacks against peaceful demonstrators (Tripoli)
- Fighting with light weaponry among rival militias (Tripoli, Benghazi, Darna, Sirt and other locations)
- Fighting with heavy weaponry among rival militias and use of rockets and mortar fire (Benghazi, Tripoli, Nafusa mountains, Sabha, Ubari)
- Air raids (Benghazi, Tripoli, Darna, Nafusa mountains)
- Public executions and public flogging (Darna)
- Bomb attacks (Tripoli, al-Bayda, Tubruq, Ajdabiya and other locations)
According to UNSMIL and the Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights (OHCHR), there have been numerous attacks in Tripoli and Benghazi since May 2014, often of an indiscriminate nature due to the lack of training and discipline of militia members, the poor quality of weaponry and the spreading of the fighting to residential areas with no prior warning to allow civilians to evacuate. […]
3.3.2 Operation Dignity in Benghazi
[…] Mid-May 2014, forces loyal to former general Haftar launched an attack in Benghazi on positions held by Ansar al-Sharia and its Islamist allies, the 17 February Martyrs Brigade and Libya Shield No. 1 in the Hawari, Sidi Fraj, Bu’atni, Qwarsha and Banina neighbourhoods. Fighting resumed with more intensity on 15 October 2014, with former general Haftar expressing his will to put an end to the presence of Islamist militias in Benghazi. Fighting mainly affected the neighbourhoods of Hawari, Bil-Awen, Bu’atni and Qaryunis. Qwarsha, al-Halis and Sabri were hit by shelling. […]
….3.4 Current Situation (1 December 2014)
[…] Fighting continues in Benghazi and is concentrated in an area just outside the town centre, in the western part of town and in the Bianani and Bu’atni neighbourhoods. Operation Dignity announced its forces had retaken 80% of Benghazi from Islamist militias. On 26 November 2014, observers noted an improvement in the situation, as ordinary life had resumed in many districts. Snipers were still reported in some areas of the town centre. In the preceding days, the press also mentioned a shortage of medicines, food, cooking gas and other necessities, which are sold at inflated prices. Fighting continued in the abandoned neighbourhoods of Qunfinda and Qawrasha. Approximately 400 persons were killed by the violence between June 2014 and December 2014. An unknown number of civilian victims were caught in crossfire. […]
4.1 Civilian Victims
[…] The number of civilian casualties during the reporting period is also hard to assess. No specific figures could be found. The press regularly mentions an ‘unknown number’ of civilian casualties or, when giving a figure, does not distinguish between civilians and combatants. According to ACLED, there were far less victims of violence in 2014 than in 2011.
According to UNSMIL and the Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights (OHCHR), the only statistical data available are those of the Libyan Ministry of Health. Regarding the fighting in Tripoli, as of 30 July 2014, 214 dead and 981 injured have been counted. A month later, the Ministry of Health reported that 70 persons had died in clashes in Benghazi. UNSMIL and the OHCHR believe that the number of victims is underestimated, but they do not know of any organisation that systematically records the conflict’s civilian victims.
Relying on media reports and official ministerial websites, the Libya Body Count website has been counting the victims of the conflict since January 2014, without distinguishing between combatants and civilians. According to this website, between 1 January and 30 November 2014, the highest numbers of deaths were recorded in Benghazi (1,261), Tripoli (499), Kikla (181) Warshafana (147), Sabha (134) and Darna (57). The highest number of casualties fell between July and October (450 to 500 dead per month). […]
4.2 Internally Displaced Persons
[…]
4.2.2. From May 2014 Onwards
[…] The fighting in Benghazi and Tripoli in the summer of 2014 caused a new rise in the number of IDPs. In a briefing of 15 September 2014, UNHCR estimated the total number of IDPs at 175,000: 100,000 from the west (Tripoli), 35,000 from the east (Benghazi) and 40,000 from Tawargha, in secondary displacement. […] The August 2014 clashes in Benghazi caused residents of the Bu’atni neighbourhood to seek refuge in school buildings, or with friends or relatives in other parts of the city. As of mid-September 2014, 33,654 IDPs were registered with the City Council. […] According to figures from UNHCR, as of 20 November 2014, the number of people displaced since May 2014 was more than 393,400, of which 106,000 fled Benghazi (26,500 [volgens het ter zitting bij de Afdeling ingenomen standpunt van de staatssecretaris dient dit aantal te worden gelezen als: 56,500]), Ubari (11,280), Kikla (38,640) and Darna (an unknown number) in the preceding month. […]"
4.4 Daily Life
[…]
4.4.2 Benghazi
[…] From May to October 2014, fighting took place in some western parts of Benghazi but this did not prevent people from leading a relatively normal life. Benghazi University closed during this period because of the proximity of its campus to the 17 February Martyrs Brigade in Qaryunis, where recurrent clashes occurred. The start of the school year 2014-2015 had to be postponed several times.
The situation in Benghazi has worsened since October 2014. Clashes took place in the western parts (al-Sabri, al-Fuhiwat, Tabalino, Qaryunis, Qwarsha), in the centre and in the nearby suburbs. According to a resident in a safe neighbourhood:
"[B]anks are closed. Large shops are closed. Only the convenient shops that locate in safer places are open. Only grocery and pharmacy shops are open. Other types of shops such as clothes are closed. Only very few are open. There are short in gasoline, I can find some gas stations, but I have to wait for long line (30-45min). Usually, I don’t need the gas as I move only in my area. There are lacks in pre-pay phone and internet cards. Also, they are lacks in cooking gas cylinders. There are sometimes power cuts when the fighting hits some power stations. We had more than 35 hours power off in last two days. […] Moving around is dangerous. Most main roads are closed. With lots of checkpoints. The only fear of driving is the random of falling bombs."
Crisis Group confirms that most shops in Benghazi are operating fairly normally. On 9 November 2014, mobile phone connections were disrupted when a telecommunications mast was damaged during clashes. Road closures have created a shortage of mobile phone and internet cards, which were sold at three times their ordinary rate. Water and electricity supplies were intermittent. On 25 November 2014, the Libya Herald mentions a shortage of medicines, food, cooking gas and other necessities in Benghazi. Prices are rising and the closing of most banks prevents people from collecting their salary. During daylight hours, people hurry to do their shopping before the curfew, causing traffic jams. After sundown, "there is an eerie quiet—no sounds of normal life. The only sound that breaks the silence is gunfire". An article published the following day reported a lull in the fighting and a return to normal in most parts of Benghazi:
"Life in many districts, such as Salmani, Barka, Kish and Majuri, is now back to near normal with people now confidently venturing out for shopping, family visit and other social activities. Several companies have called staff back to work, although office hours are shortened 8am-5pm to 9am-2pm. People are generally now out on the streets between 7am and 7pm. They are relatively deserted after this. The cars vanish and the shops are shut.""
3.5. Uit de door partijen overgelegde stukken kan worden opgemaakt dat de veiligheidssituatie in Benghazi zorgelijk is als gevolg van de gewapende strijd tussen rivaliserende groeperingen die in mei 2014 in een aantal delen van de stad is begonnen en sindsdien op verschillende locaties en in een wisselende mate van intensiteit voortduurt.
Hoewel uit de in 3.4. tot en met 3.4.5. genoemde stukken niet kan worden opgemaakt dat alle daarin vermelde slachtoffers deelnemers waren aan die gewapende strijd, dan wel slachtoffers waren van gerichte acties, komt uit de overgelegde stukken het beeld naar voren dat het geweld voornamelijk gericht is en niet willekeurig van aard. Zoals de staatssecretaris terecht aanvoert wordt in de overgelegde stukken, waaronder die genoemd in 3.4. tot en met 3.4.5., immers voornamelijk bericht over gewelddadige confrontaties tussen rivaliserende groeperingen, dan wel over aanslagen die zijn ingegeven door het conflict dat ten grondslag ligt aan de gewapende strijd en zijn gericht tegen personen behorend tot specifieke groepen. Hoewel onder meer in het landenrapport van 19 december 2014 staat dat bij die gewapende strijd gevechtsmethoden worden gebruikt die het risico op willekeurige burgerslachtoffers verhogen, kan uit de stukken eveneens worden opgemaakt dat dit risico zich met name voordoet in die delen van de stad waar gevechtshandelingen plaatsvinden. De cijfers over slachtoffers en ontheemden in de door de vreemdeling ingeroepen stukken en die in het landenrapport van 19 december 2014 zijn gebaseerd op gegevens van dezelfde organisaties, te weten de United Nations Support Mission in Libya (hierna: UNSMIL), OHCHR, Libya Body Count en de United Nations High Commissioner for Refugees (hierna: de UNHCR). Uit die stukken blijkt weliswaar dat een aanzienlijk aantal slachtoffers te betreuren valt en een aanzienlijk aantal mensen ontheemd is geraakt, maar deze aantallen zijn, zoals de staatssecretaris terecht heeft aangevoerd, afgezet tegen het aantal inwoners van Benghazi, niet dusdanig hoog dat de conclusie gerechtvaardigd is dat zich in Benghazi de in 3.2. bedoelde uitzonderlijke situatie voordoet, temeer, nu in die stukken geen onderscheid wordt gemaakt tussen slachtoffers van gericht geweld en willekeurige burgerslachtoffers.
Reeds gelet op het vorenstaande klaagt de staatssecretaris terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij ondeugdelijk heeft gemotiveerd dat zich in Benghazi, Libië, niet de uitzonderlijke situatie voordoet waartegen artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000 bescherming biedt.
Dat, zoals de vreemdeling stelt, in België en Finland de algemene veiligheidssituatie in Libië anders wordt gekwalificeerd, leidt in het licht van het voorgaande niet tot een ander oordeel. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 19 februari 2014 in zaak nr. 201307429/1/V2.
Ook de in 2. vermelde brief van 15 augustus 2014 leidt niet tot een ander oordeel, reeds omdat, zoals de staatssecretaris terecht aanvoert, daaruit niet kan worden afgeleid dat de staatssecretaris de veiligheidssituatie in Benghazi op enig moment anders heeft gekwalificeerd.
De grief slaagt.
4. Het hoger beroep is gegrond. Hetgeen overigens is aangevoerd behoeft geen bespreking. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 9 oktober 2014 alsnog ongegrond verklaren.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 30 oktober 2014 in zaak nr. 14/23174;
III. verklaart het door de vreemdeling bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, en mr. H. Troostwijk en mr. J.J. van Eck, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Prins, griffier.
w.g. Lubberdink w.g. Prins
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 27 februari 2015
363-753.
BIJLAGE bij de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 februari 2015
1. Verscheidene overzichten van de website www.libyabodycount.org
2. Het algemeen ambtsbericht inzake Libië van de minister van Buitenlandse Zaken van september 2013
3. Een bericht van The New York Times 'Facing escalating violence: US evacuates staff from its embassy in Libya' van 26 juli 2014
4. Een bericht van de Volkskrant 'Iedereen weg uit Libië: waarom is het daar nu zo gevaarlijk?' van 28 juli 2014`
5. Een bericht van BBC News 'Libya clashes kill 38 in Benghazi' van 28 juli 2014
6. Een verklaring van de International Federation of Red Cross and Red Crescent Societies 'Information bulletin 3, Libya: Civil Unrest' van 28 juli 2014
7. Een bericht van Reliefweb 'Libya islamists seize key Benghazi army base' van 31 juli 2014
8. Een bericht van de UNHCR 'Cross border aid reaches 12,000 displaced civilians in western Libya' van augustus 2014
9. Een verklaring van de Verenigde Naties 'Libya: UN Mission condemns 'grave escalation' in fighting, urges ceasefire' van 17 augustus 2014
10. Een bericht van Itar-Tass News Agency 'Hundreds of people killed and injured in Libya over weekend' van 18 augustus 2014
11. Een bericht van The Guardian 'Libyan capital under Islamist control after Tripoli airport seized' van 24 augustus 2014
12. Een bericht van UNSMIL 'Briefing by Tarek Mitri SRSG for Libya - Meeting of the Security Council' van 27 augustus 2014
13. Een bericht van Reuters 'Libya warns United Nations of possible slide into civil war' van 27 augustus 2014
14. Een bericht van Reuters 'Heavy fighting in Libya's Benghazi city: airport hit' van 30 augustus 2014
15. Een bericht van The Guardian 'Tripoli residents face dilemma after Libya Dawn take control of capital' van 31 augustus 2014
16. Een bericht van Die Deutsche Welle 'Libya militias seize Tripoli government offices' van 1 september 2014
17. Een rapport van de UNSMIL en de OHCHR 'Overview of violations of international human rights and humanitarian law during the ongoing violence in Lybia' van 4 september 2014
18. Een bericht van Human Rights Watch (hierna: HRW) 'Libya: Spiraling militia attacks may be war crimes' van 8 september 2014
19. Een verklaring van Bernardino León van 15 september 2014
20. Een bericht van Reuters 'Nine killed, 30 wounded in new clashes in Libya's Benghazi' van 16 september 2014
21. Een bericht van Al-Jazeera 'New air strikes reported in Libya' van 16 september 2014
22. Een rapport van de UNHCR 'Libya Crisis: UNHCR regional update 1-7 september 2014' van 17 september 2014
23. Een bericht van Reuters 'Fighting close to Libyan oilfield and refinery as rival 'oil minister' appears' van 21 september 2014
24. Een bericht van HRW 'Libya: Assassinations may be crimes against humanity' van 24 september 2014
25. Een bericht van Business Standard '15 killed in tribal clashes in Libya' van 2 oktober 2014
26. Een bericht van Punch Newspapers '26 killed in Libya's renewed clashes' van 3 oktober 2014
27. De 'Briefing Notes' van het Bundesamt für Migration und Flüchtelinge van 6 oktober 2014
28. Een bericht van BBC 'Three people killed in Libya's Benghazi city by unknown gunmen' van 7 oktober 2014
29. Een verslag van de contactvergadering van 10 oktober 2014 van het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen
30. Een bericht van de UNHCR 'Over 100.000 people displaced in Libya over the past three weeks' van 14 oktober 2014
31. Een bericht van Libya Herald 'Heavy fighting in Benghazi as Dignity makes gains' van 15 oktober 2014
32. Een bericht van Al Jazeera 'Rival militias fight for Libya's Benghazi' van 15 oktober 2014
33. Een bericht van BBC News 'Libya turmoil: Benghazi hit by air strikes and clashes' van 15 oktober 2014
34. Een bericht van AFP 'Libye: 17 morts en 24H dans les combats de Benghazi' van 16 oktober 2014
35. Een bericht van Al-Arab 'Benghazi clashes kill 75 people in five days' van 20 oktober 2014
36. Een bericht van ANSMED '40 jihadists killed in Benghazi air strikes' van 21 oktober 2014
37. Een bericht van AFP 'Violence kills at least 11 in Libya's Benghazi' van 22 oktober 2014
38. Een rapport van Amnesty International 'Rule of the gun: Abductions, torture and other militia abuses in western Libya' van 30 oktober 2014
39. Een bericht van AFP 'New clashes in Libya's Benghazi kill dozens: officials' van 5 november 2014
40. Een bericht van Integrated Regional Information Network 'Conditions worsen in Benghazi as fighting intensifies' van 5 November 2014
41. Een verklaring van de UNHCR 'Position on Returns to Libya' van 12 november 2014
42. Een bericht van Al Jazeera 'Blasts hit government-held towns in Libya' van 12 november 2014
43. Een bericht van AFP 'Four killed in Libya clashes around Tripoli airport' van 16 november 2014
44. Een bericht van BBC 'Libya air strike hits Tripoli's last functioning airport' van 25 november 2014
45. Correspondentie van The European Legal Network on Asylum van december 2014 over het beleid dat andere Europese landen voeren ten aanzien van Libische vreemdelingen
46. Een bericht van EFE News Service 'Seven injured in car bomb attack in eastern Libya' van 1 december 2014
47. Een bericht van Canadian Press 'Libyan army airstrikes in west kill 8 as warring sides give different accounts on targets hit' van 2 december 2014
48. Een bericht van Indo-Asian News Service 'Random shell kills four in Libya's Benghazi' van 3 december 2014
49. Een bericht van Zawya 'Terrorists target Libyan civilians' van 3 december 2014
50. Een bericht van Reuters 'More air strikes near Tripoli in struggle between Libya's rival groups' van 4 december 2014
51. Een verklaring van HRW 'Libya: Countries Should Suspend Forcible Returns' van 5 december 2014
52. Een bericht van de UK Foreign and Commonwealth Office 'Foreign travel advice Libya van 17 december 2014
53. Een bericht van Reuters 'Libya fighting spreads to third oil port, 11 killed in Benghazi' van 22 december 2014
54. Een rapport van UNSMIL en OHCHR 'Update on violations of international human rights and humanitarian law during the ongoing voilence in Libya' van 23 december 2014
55. Een bericht van Reuters 'UPDATE 1-Libya fighting destroys two days oil supply' van 28 december 2014
56. Een bericht van AFP 'Suicide bomber targets Libyan parliament: lawmaker' van 30 december 2014
57. Een bericht van www.nos.nl 'Oliebranden Libië bijna geblust' van 2 januari 2015
58. Een bericht van Philippines News Agency '17 killed in armed attack on security check point in Libya' van 3 januari 2015
59. Een bericht van Deutsche Presse-Agentur 'Missiles hit Libya's largest oil port, killing two guards' van 3 januari 2015
60. Een bericht van BBC Middle East 'At least 11 dead, 50 injured in factional fighting in Libya' van 4 januari 2015
61. Een bericht van BBC Middle East 'Libya: Seventy seven Operation Sunrise fighters killed in Bin-Jawad fighting' van 4 januari 2015
62. Een bericht van de The Norwegian Immigration Appeals Board 'UNE halts returns to Libya' van 5 januari 2015
63. Een bericht van BBC Middle East 'Libya: Benghazi hospital receives 41 dead soldiers, 504 injured last Dec' van 10 januari 2015
64. Een bericht van BBC Middle East 'Deadly clashes reported in Libya's Benghazi City' van 10 januari 2015