NJB 2017/1343
Hoofdverblijfplaats kind na echtscheiding. Hoge Raad: De gedingstukken bieden geen aanknopingspunt voor de vaststelling van het hof dat de zoon al meer dan twee jaar zijn hoofdverblijf bij de adoptief-moeder heeft
HR 09-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1035
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juni 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/00079
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1035, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:288, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑04‑2017
- Wetingang
(art. 1:253a BW)
Essentie
Hoofdverblijfplaats kind na echtscheiding. Hoge Raad: De gedingstukken bieden geen aanknopingspunt voor de vaststelling van het hof dat de zoon al meer dan twee jaar zijn hoofdverblijf bij de adoptief-moeder heeft
Partij(en)
De biologische moeder, advocaat: mr. B.J. van Dorp, vs. de adoptief-moeder, adv. mr. A.H.M. van den Steenhoven.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In 2012 zijn partijen gehuwd. In 2012 is uit de biologische moeder een zoon geboren. In 2016 zijn partijen gescheiden.
Dit geding betreft de hoofdverblijfplaats van de zoon. De rechtbank heeft bepaald dat de zoon zijn hoofdverblijfplaats zal hebben bij de adoptief-moeder. Het hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.