Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 206 Vereisten voor kaderverrekeningsovereenkomsten met betrekking tot retrocessietransacties of transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen of andere kapitaalmarktgerelateerde transacties
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Inwerkingtreding
28-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 575/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Kaderverrekeningsovereenkomsten met betrekking tot retrocessietransacties of transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen of andere kapitaalmarktgerelateerde transacties worden als een toelaatbare vorm van kredietrisicolimitering in aanmerking genomen wanneer de uit hoofde van die overeenkomsten verstrekte zekerheden aan de vereisten van artikel 207, leden 2 tot en met 4, voldoen, mits aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a)
zij zijn rechtsgeldig en afdwingbaar in alle relevante rechtsgebieden, ook in geval van insolventie of faillissement van een tegenpartij;
- b)
zij verlenen de niet in gebreke blijvende partij het recht alle in het kader van de overeenkomst verrichte transacties zo spoedig mogelijk te beëindigen en af te wikkelen bij wanbetaling, ook in geval van insolventie of faillissement van de tegenpartij;
- c)
zij voorzien in de zodanige verrekening van de winsten en verliezen op in het kader van een overeenkomst afgewikkelde transacties dat uiteindelijk één enkel nettobedrag wordt verkregen dat door de ene partij aan de andere verschuldigd is.