Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 4.1008 (externe veiligheid: afstand)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Met het oog op het waarborgen van de veiligheid is de afstand vanaf de opslagplaats waar meer dan 2.500 kg gevaarlijke stoffen in verpakking, met uitzondering van gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 2 in gasflessen, wordt opgeslagen:
- a.
tot de begrenzing van de locatie waarop een activiteit als bedoeld in de afdelingen 3.3 tot en met 3.11 wordt verricht, ten minste 20 m; of
- b.
tot kwetsbare en zeer kwetsbare gebouwen en kwetsbare locaties die op grond van een omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit zijn toegelaten, ten minste de afstand, bedoeld onder a, als een activiteit als bedoeld in de afdelingen 3.3 tot en met 3.11 niet de activiteit, bedoeld in artikel 4.1004, omvat.
2.
De afstand vanaf de opslagplaats in de buitenlucht waar meer dan 1.000 l brandbare gassen van ADR-klasse 2 in gasflessen wordt opgeslagen:
- a.
tot de begrenzing van de locatie waarop een activiteit als bedoeld in de afdelingen 3.3 tot en met 3.11 wordt verricht, is ten minste 15 m; of
- b.
tot kwetsbare en zeer kwetsbare gebouwen en kwetsbare locaties die op grond van een omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit zijn toegelaten, is ten minste de afstand, bedoeld onder a, als een activiteit als bedoeld in de afdelingen 3.3 tot en met 3.11 niet de activiteit, bedoeld in artikel 4.1004, omvat.
3.
Het eerste lid, aanhef en onder b, en het tweede lid, aanhef en onder b, zijn van overeenkomstige toepassing als inachtneming van de afstand, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, aanhef en onder a:
- a.
niet mogelijk is door:
- 1°
de geringe omvang van de locatie;
- 2°
de bouwwerken die aanwezig zijn op die locatie; of
- 3°
andere fysieke belemmeringen;
- b.
nadelige invloed heeft op de veiligheid en gezondheid van werknemers of bezoekers;
- c.
de bedrijfsvoering ernstig belemmert; of
- d.
ertoe leidt dat niet kan worden voldaan aan de interne afstanden vastgelegd in PGS 15.
4.
Het eerste lid, aanhef en onder b, tweede lid, aanhef en onder b, en derde lid zijn niet van toepassing op kwetsbare gebouwen en kwetsbare locaties:
- a.
die een functionele binding hebben met de activiteit, bedoeld in hoofdstuk 3; of
- b.
binnen een risicogebied externe veiligheid als bedoeld in artikel 5.16, eerste lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
5.
Artikel 5.9 van het Besluit kwaliteit leefomgeving is van overeenkomstige toepassing op de afstand, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, tweede lid, aanhef en onder b, en derde lid.