TPWS 2019/85
Laster, art. 262 lid 1 Sr, meermalen gepleegd. Bewezenverklaring, i.h.b. dat verdachte “wist” dat de uitlatingen i.s.m. de waarheid waren, naar de eis der wet met redenen omkleed? HR herhaalt ECLI:NL:HR:2014:3498, i.h.b. dat blijkens de wetsgeschiedenis van art. 262 Sr het bestanddeel ‘wetende dat’ hier een bijzondere, beperkte betekenis van daadwerkelijke wetenschap heeft, waarvoor voorwaardelijke opzet niet toereikend is.
HR 18-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:904
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 juni 2019
- Zaaknummer
17/05166
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:904, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:658, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2019
Essentie
Laster, art. 262 lid 1 Sr, meermalen gepleegd. Bewezenverklaring, i.h.b. dat verdachte “wist” dat de uitlatingen i.s.m. de waarheid waren, naar de eis der wet met redenen omkleed? HR herhaalt ECLI:NL:HR:2014:3498, i.h.b. dat blijkens de wetsgeschiedenis van art. 262 Sr het bestanddeel ‘wetende dat’ hier een bijzondere, beperkte betekenis van daadwerkelijke wetenschap heeft, waarvoor voorwaardelijke opzet niet toereikend is.
Uitspraak
Aantekening redactie
Het eerste lid van art. 262 Sr bepaalt dat “Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.