Einde inhoudsopgave
Gemeentewet
Artikel 155h [Schakelbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2022, 18 (uitgifte: 18-01-2022, kamerstukken: 35513)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2022, Stb. 2022, 128 (uitgifte: 30-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Overheidsfinanciën / Gemeentebeleid
De artikelen 155b tot en met 155f zijn van overeenkomstige toepassing op de gemeenschappelijke onderzoekscommissie, bedoeld in artikel 155g, met dien verstande dat:
- a.
in de artikelen 155b tot en met 155e voor ‘onderzoekscommissie’ telkens wordt gelezen ‘gemeenschappelijke onderzoekscommissie’;
- b.
de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 155b, eerste lid, en 155c, eerste lid, ook van toepassing zijn op de leden en gewezen leden van een door het algemeen bestuur van een openbaar lichaam ingestelde commissie als bedoeld in artikel 24, 24a en 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de ambtenaren en gewezen ambtenaren, onderscheidenlijk ambtenaren van politie en gewezen ambtenaren van politie, in dienst van het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie als bedoeld in artikel 8 of artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen of uit anderen hoofde aan het bestuur van het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie ondergeschikt;
- c.
de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 155b, eerste lid, en 155c, eerste lid, ook van toepassing zijn op de leden en gewezen leden van provinciale staten, de commissaris van de Koning en gewezen commissarissen van de Koning, gedeputeerden en gewezen gedeputeerden, leden en gewezen leden van de door provinciale staten ingestelde rekenkamer, leden en gewezen leden van een door provinciale staten of gedeputeerde staten ingestelde commissie, ambtenaren en gewezen ambtenaren, onderscheidenlijk ambtenaren van politie en gewezen ambtenaren van politie, in dienst van de provincie of uit andere hoofde aan het provinciebestuur ondergeschikt, indien het een regeling als bedoeld in artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen betreft;
- d.
bij de toepassing van artikel 155b, derde lid, voor ‘het gemeentebestuur’ wordt gelezen ‘het gemeentebestuur, het provinciebestuur, indien onderzoek gedaan wordt naar de bestuursvoering van een instelling ingesteld bij een regeling als bedoeld in artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, en het bestuur van een openbaar lichaam of bedrijfsvoeringsorganisatie ingesteld bij een regeling als bedoeld in artikel 1 of 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen’ en voor ‘artikel 155a’ wordt gelezen ‘artikel 155g’;
- e.
bij de toepassing van artikel 155e het derde lid komt te luiden:
- 3.
De burgemeester en gewezen burgemeesters, wethouders en gewezen wethouders, leden en gewezen leden van een commissie ingesteld door het college, de burgemeester of het bestuur van het openbaar lichaam, ingesteld bij een regeling als bedoeld in artikel 1 of artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, die uitsluitend of mede is getroffen door colleges van burgemeester en wethouders, burgemeesters, gedeputeerde staten of commissarissen van de Koning, zijn niet verplicht aan artikel 155b, eerste en derde lid, en artikel 155c, derde lid, te voldoen, indien het verstrekken van de inlichtingen in strijd is met het openbaar belang. Dit geldt evenzo voor de ambtenaren en gewezen ambtenaren, onderscheidenlijk ambtenaren van politie en gewezen ambtenaren van politie, in dienst van de gemeente, het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie of uit andere hoofde ondergeschikt aan het gemeentebestuur of het bestuur van een openbaar lichaam of bedrijfsvoeringsorganisatie, ingesteld bij een regeling als bedoeld in artikel 1 of 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, die uitsluitend of mede is getroffen door colleges van burgemeester en wethouders, burgemeesters, gedeputeerde staten of commissarissen van de Koning.
- f.
bij de toepassing van artikel 155e, vierde lid, voor ‘de burgemeester gevoerde bestuur, door de burgemeester’ wordt gelezen ‘de burgemeester, gedeputeerde staten, de commissaris van de Koning, of het bestuur van een openbaar lichaam, bedrijfsvoeringsorganisatie of gemeenschappelijk orgaan ingesteld bij een regeling als bedoeld in artikel 8 of artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen gevoerde bestuur, door de burgemeester, gedeputeerde staten, de commissaris van de Koning of door het bestuur van een openbaar lichaam, bedrijfsvoeringsorganisatie of gemeenschappelijk orgaan’.